Als ik vertel dat ik dol ben op Brussel en er graag zou willen wonen en werken omdat ik me er compleet thuis voel, trekken mensen vaak hun wenkbrauwen op.
“Pfffft, lelijke stad. Wat is daar dan te beleven, behalve een minuscuul plassend mannetje dat door drommen toeristen aan het oog wordt onttrokken?”
Brussel heeft inderdaad lelijke kanten die je lieflijk ‘rafelrandjes’ kan noemen, maar die toch echt pijn doen aan je ogen. Losse stoeptegels, bouwputten, rondslingerend afval, dichtgetimmerde ramen en verf die van de gevels bladdert. Je struikelt soms letterlijk over pijnlijke taferelen van mensen die bedelen, soms met een droevig kijkend kind op schoot, of een lamgeslagen hond aan de lijn. Je staat regelmatig oog in oog met smakeloze, misplaatste hoogbouw zoals het Muntcentrum of loopt door complete straten vol grijze lelijkheid zoals de Wetstraat. Maar als je Brussel een kans geeft, zie je dat het een prachtige stad is.
Café Walvis: gezelligste terras van de stad
In 2010 liep ik stage bij de Nederlandse Ambassade in Brussel. Zeven maanden verbleef ik in de Europese hoofdstad in een prachtig appartement aan de Vlaamsesteenweg. Vierhoog met uitzicht over het kanaal. Mijn benedenbuur? Het legendarische Café Walvis met één van de gezelligste terrassen van de stad. Op die plek, met op tafel een glas bier en een kop huisgemaakte soep (wat de ene dag hoofdgerecht is, wordt bij de Walvis de volgende dag succesvol door de blender gehaald), stal Brussel mijn hart.
La Mer du Nord: vishandel Brussel
De Vlaamsesteenweg met zijn authentieke winkeltjes en gezellige restaurants leidt naar het sfeervolle Sint-Katelijneplein. Op één van de pittoreske hoeken zit La Mer du Nord, een verplichte halte voor elke zichzelf respecterende Brusselaar en iedere citytripper in België. Deze vishandel staat bekend om de massa volk die ze aantrekt en de goede sfeer. Vreemden delen statafels en lachen er met elkaar. La Mer du Nord neemt voor de bestellingen zijn toevlucht tot het ‘voornamensysteem’. Je plaatst je bestelling, je zegt je naam en vijf tot tien minuten later schalt je naam over het plein. Je glas koude, witte wijn krijg je wel meteen al mee. En nee, het maakt niet uit dat het nog niet eens middag is.
La Vilette aan de Graanmarkt
Dit plein gaat over in de Graanmarkt, dat bij goed weer vol staat met terrasstoelen. Mijn favoriete restaurant La Villette is er één van de blikvangers. De beste Belgische gerechten vinden er hun weg naar de kleine tafeltjes met de geruite tafelkleedjes. Denk aan parelhoen in kriekenbier of mosselen met een witlof-witbiersaus. De kaart is er sinds 2010 nauwelijks veranderd, maar dat hoeft ook niet. De laatste keer dat ik er was, hoorde ik een Amerikaanse gast zeggen
“This was the best steak I’ve ever eaten.”
Het Sint-Katelijne La Kasbah
Voor mijn favoriete restaurant met een meer exotische keuken moet je in levendige Antoine Dansaertstraat zijn. Redelijk vooraan in deze straat, die vanwege de grandeur uitstralende panden, hippe cafés en sfeervolle etalages van Belgische modeontwerpers sowieso de moeite is om doorheen te lopen, ligt Marokkaans restaurant La Kasbah. Een collega met Marokkaanse wortels raadde mij dit restaurant aan met de woorden ‘Tajines zoals mijn oma die maakte en dan nog beter’. De kleurrijke lantaarns aan het plafond geven het restaurant een sprookjesachtige sfeer.
© Lieke – Brussel La Kasbah
Uitzichtpunten: justitiepaleis, muziekinstrumentenmuseum & Triomfboog
Deze blog gaat tot nu toe vooral over eten. Voor mij – en gelukkig ook voor mijn vriend – is lekker eten één van de belangrijkste ingrediënten van een geslaagde stedentrip. Ik heb ook iets met uitzichtpunten. Vanaf grote hoogte neerkijken op het stadsgewoel, maakt me zen. Brussel heeft volop van dit soort plekken. Loop naar het Justitiepaleis, dat helaas eeuwig in de steigers staat, en kijk uit over de lager gelegen wijk De Marollen. Slenter door het muziekinstrumentenmuseum (MIM) en eindig in de bar op de bovenste verdieping. Ik kan er uren uit het raam staren zonder me te vervelen. De Triomfboog in het Jubelpark, de buitengalerij van de Koekelbergbasiliek of de bovenste bollen van het Atomium zijn natuurlijk ook goede plekken om uit te kijken over bruisend Brussel.
Creatief met rietjes: herbruikbare bekers
Het weren van wegwerpplastic wordt in Brussel bijzonder serieus genomen. Herbruikbare bekers bij festivals zijn al jaren de regel en sinds 1 juli van dit jaar is alle plastic dat niet herbruikbaar is verboden tijdens evenementen in de openbare ruimte. Veel cafés, restaurants en cocktailbars volgen dit goede voorbeeld. In plaats van plastic rietjes zag ik tijdens mijn laatste bezoek rietjes van bamboe, van roestvrij staal en van pasta (met op de menukaart een waarschuwing dat pasta gluten bevat!).
En nog veel meer
Behalve goed eten, bijzondere rietjes en fraaie uitzichtpunten, heeft Brussel nog veel meer te bieden. De vele toffe (gratis) festivals, de parken, de fonteinen, de weekmarkten, de winkels, de musea, de frietkotten, de kroegen, de voetgangerszone op de plek waar ooit een drukke weg was… ik heb ze allemaal nog niet genoemd. Om van deze blog geen boek te maken, laat ik het hierbij. Ik kan niets anders zeggen dan: kijk door de lelijkheid heen en ontdek de schoonheid van Brussel! Op zoek naar andere mooie plekken in België? In Brugge kun je genieten van het Bourgondische leven
Schrijven en reizen zijn mijn favoriete bezigheden. Met schrijven verdien ik geld, met reizen geef ik het weer uit. Mijn grootste avontuur beleefde ik in Benin, waar ik drie maanden bij een gezin op het platteland woonde. Ik was niet eerderbuiten Europa geweest en had nog nooit gevlogen. Daar ging ik, als achttienjarige, naar een onbekende bestemming. Er volgden vele reizen, zoals een road trip door Cuba, een afstudeerstage in Dakar (Senegal) en een winters verblijf in Fez (Marokko). Dichterbij huis ga ik ook graag op pad. Ik kan uren slenteren door Middelburg, Den Bosch, Lille, Brussel of Luik.