In de zomer na mijn eindexamen zouden we naar Japan gaan. Dat had ik met mijn ouders afgesproken. Toen kwam echter het Covid-19 virus, dat menig reisdroom heeft vertrapt zoals Godzilla deed met Tokyo. Zelfs al zou het in de zomer van 2021 weer veilig genoeg zijn om ver te reizen, dan krijgen we te maken met een nieuw probleem. Dan vinden de Olympische spelen plaats in Tokyo, wat geheid gaat zorgen voor een grote toestroom van toeristen en een flinke prijsverhoging van hotels en restaurants. Perfect voor een land dat economisch weer moet opkrabbelen na een pandemie, minder leuk voor mensen die de cultuur willen proeven zonder bankroet te gaan.
Pokémon paradijs
Totdat we weer echt kunnen reizen, hebben we onze dromen. De droom om ooit naar Japan te gaan ontstond toen ik in mijn Pokémon fase zat. Ik had gehoord dat ze in verschillende steden in Japan winkels hebben met alleen maar Pokémon merchandise: de Pokémon centra. En daar moest en zou ik een keer heen.
Ik moet eerlijk toegeven dat het Pokémon center, of het nou in Tokyo, Osaka of een andere Japanse stad is, nog steeds op mijn lijstje staat van dingen die ik wil bezoeken als ik ooit nog in Japan kom. Mijn elfjarige ik zou mij anders nooit vergeven.
Kunst, cultuur en eten
Ondertussen is mijn interesse voor Japan breder geworden dan enkel Pokémon. Nu zou ik graag minstens één van de vele Japanse tempels willen zien, het liefst in Kyoto, de culturele hoofdstad van Japan. Ook zou ik graag het Kaiyukan in Osaka eens willen bezoeken. Dit is het grootste aquarium ter wereld, met als bekendste bewoner zeehond Yuki. Deze zogenaamde ‘Chonky Seal’ is beroemd op het internet vanwege de zachte knuffels die op haar gebaseerd zijn. In Tokyo bevindt zich het museum van de bekende animatiefilmstudio Ghibli, wat een prachtig museum is voor iedereen die van kunst houdt – niet alleen voor de mensen die het leuk vinden om anime films te kijken.
Hoog op mijn lijstje staat echte groene thee drinken en authentiek Japans eten proeven. Ik vraag me af hoe het is om in een trein te zitten die (volgens zeggen) nooit te laat komt en je razendsnel van punt A naar punt B brengt.
Eens wil ik in de lente de kersenbloesems zien neerdalen terwijl ik van een Japan-exclusieve smaak Coca-Cola of KitKat geniet.
Er is slechts één ding wat de droom een zwart randje geeft: de angst voor een omgekeerd ‘Paris Syndrome’. Dit syndroom houdt in dat Japanners die naar Parijs zijn geweest depressief terugkomen, omdat ze gedacht hadden een veel mooiere en romantischere plek te gaan bezoeken. Wie weet heb ik Japan wel zo opgehemeld dat ik alleen maar teleurgesteld kan zijn als ik er echt ben.
Verder dromen
Waar zou ik heen gaan als ik echt elke plek in tijd en ruimte kon kiezen? Als de tijdmachines en langeafstandsraketten voor toeristische reisjes uitgevonden zijn? Als niks je er meer van weerhoudt om te gaan naar waar je dan ook maar wilt?
Misschien zou ik dan wel naar de maan willen, gewoon om er een keer geweest te zijn. Niet dat ik denk dat er veel te beleven valt. Nee, dan ga ik liever een dagje op bezoek in het oude Egypte, zou ik een dinosauriër in het echt gaan bekijken of op bezoek gaan in het Utrecht van vijfhonderd jaar terug, zodat ik kan zien hoe mijn thuisstad er een paar eeuwen geleden uitzag. Al met al zou mijn bucketlist met reisbestemmingen flink uitdijen.
Japan, de toekomst of het verleden: er valt een hoop te dromen. Daar kom je de rest van de lockdown wel mee door.
Roos van der Velden (2003) is student film- en literatuurwetenschappen, part time serveerster en (nu nog) hobbyschrijver. Onder andere heeft zij al korte verhalen en commerciële teksten in zowel Engels en Nederlands gepubliceerd. Op Ik Wil Reizen schrijft zij over de metaforische en de echte hoogte- en dieptepunten van op reis zijn, een van haar favoriete bezigheden. Oh, ja, en dan moet ze bovenop alles ook nog ademhalen.