Vorig artikel heb ik afgesloten met de belofte dat ik in dit artikel ga uitleggen wat het ‘recht om te zwerven’ inhoudt. Dat zal ik doen, gevolgd door een tour door het pittoreske stadje Rorøs (UNESCO Werelderfgoed).
♠ Het recht om te zwerven
Eigenlijk is het heel simpel: in Noorwegen mag iedereen die het wil, gebruik maken van alle fiets- en wandelpaden, zwemmen en varen op alle meren, vissen (zei het met een licentie), een kampvuur maken op de aangewezen plekken, wildkamperen en bessen en andere natuurlijke producten plukken. Dit recht is bij wet beschermd.
Natuurlijk gaat dit, net zoals bij hostels, twee kanten uit: je mag van de natuur gebruikmaken, maar wees er wel netjes mee. Het is dus niet de bedoeling dat je dieren verstoort, vuur sticht op plekken waar dit niet kan en vist zonder licentie. Anders dan dat ben je vrij om te gaan en te staan waar je wilt en hierom alleen al is Noorwegen een erg geliefd land bij fietsers, mountainbikers en hikers.
♠ Autoweg
Ida’s auto had pech. Nu kom je op het platteland in Noorwegen niet zo ver zonder auto (naar de supermarkt wordt al een hele kluif), dus daar moest onmiddellijk naar gekeken worden. Er is wel een garage in Drevsjø, maar deze zat volgeboekt. Dus gingen we naar de dichtstbijzijnde andere garage, in Rorøs, twee uur verderop.
Het was een prachtige rit, dus mij hoor je niet klagen. Hoe meer bergen, rendieren en meren ik kan zien, hoe gelukkiger ik word.
♠ Rorøs
Rorøs is een oud mijnwerkersdorp. Van de zeventiende eeuw tot aan 1977 werd hier koper ontgonnen. Op het moment staan er nog enkele oude huisjes en liggen er grote hopen oud afval uit de mijnen. De heuvels zijn onderdeel van het cultureel erfgoed en elk jaar wordt hier een toneelstuk opgevoerd. Het stuk gaat over hoe twee vrouwen het stadje gered hebben van de Zweden door twee boodschappers te verleiden.
Er ligt een museum, met informatie over het dorp en de mijnen. De eerste verdieping, met basisinformatie, is gratis te bezoeken. Voor de tweede verdieping moet men betalen, maar het is een schappelijke prijs waar voor de gemiddelde interrailer ook nog studentenkorting bovenop komt. Zelf heb ik dit niet gedaan, omdat een vriendin van Ida een rondleiding gaf.
♠ Kunstgalerijen
Rorøs is bovendien een kunstzinnig stadje. De beste – aldus Ida, en ik ben het toch wel een beetje met haar eens – is Lysgaard, van een kunstenaar die potjes en bekertjes verkoopt. Mooie, normale, en enigszins suggestieve. Hij maakt het allemaal zelf in een werkplaats en gallerij die eruitziet alsof hij uit Alice in Wonderland zou kunnen komen, met spiegels aan het plafond, kaleidoscopen in de muur en zogenaamde ‘hoeden.’ Het is het waard om, als je Rorøs bezoekt, hier een stop te maken.
♠ Stilte
Na Røros heb ik mijn spullen in Ida’s huis achtergelaten en ben ik een rondje gaan lopen.
Halverwege ben ik gaan zitten om naar de bergen in de verte te kijken. Soms kun je begrijpen waarom mensen vroeger dachten dat er reuzen en dwergen bestonden. In de verte lag een berg die exact de vorm had van een slapende reus. Zo noemde ik hem dan ook maar.
Soms vraag ik me af wat ik allemaal zal onthouden van een bepaald moment. Die gedachte ging ook daar aan het meer door mijn hoofd. Dit specifieke moment zal ik wel een tijdje bewaren, verwacht ik.
De volgende dag nam ik de bus terug… nou ja, terug. De volgende dag begon voor mij een marathon van Drevsjø helemaal naar Berlijn, een tocht die in totaal 32 uur duurde.
Roos van der Velden (2003) is student film- en literatuurwetenschappen, part time serveerster en (nu nog) hobbyschrijver. Onder andere heeft zij al korte verhalen en commerciële teksten in zowel Engels en Nederlands gepubliceerd. Op Ik Wil Reizen schrijft zij over de metaforische en de echte hoogte- en dieptepunten van op reis zijn, een van haar favoriete bezigheden. Oh, ja, en dan moet ze bovenop alles ook nog ademhalen.