Heel wat documentaires gezien over deze wonderlijke plek, op de grens van Bretagne en Normandië. Maar verder dan het tv-scherm was ik nooit gekomen. Mijn driedaagse bezoek aan de Mont Saint-Michel was dan ook het hoogtepunt van de zomervakantie. Net geen 4 km² groot, amper 43 inwoners en toch trekt dit rotseiland jaarlijks miljoenen toeristen (in het pre-corona tijdperk) en is het, na de Eiffeltoren en Versailles, het meest bezochte monument in Frankrijk. Uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoed in 1979 en daar ging ik eindelijk ook naartoe!
De beste tip (ik kan het weten, ik ben er geweest): trakteer jezelf op een maximale beleving, ga niet alleen naar de abdij maar maak er een natuur-, cultuur-, avontuurbezoek van.
La Roche-Torin, voor het mooiste zicht op de Mont Saint-Michel
Waarom nu net hier beginnen, op het laatste stukje van de GR223 of het ‘Douanierspad’? Omdat deze route langs en door ‘La Roche-Torin’ gaat, een smalle landstrook in de baai van de Mont Saint-Michel, op het grondgebied van de gemeente Courtils en aan de monding van het riviertje, de Couesnon. Voor een 360 graden, eindeloos vergezicht op de Mont Saint-Michel moet je hier zijn!
De wandeling begint in het dorpje Pontaubault, langs de oevers van de Sélune, vlakbij de brug Pont Aubaud, met zijn 11 bogen een opmerkelijk bouwwerk uit de 15e eeuw. De wit-rode blokjes van de GR nemen je mee langs wegkanten vol wilde bloemen en bloeiend onkruid. Rode klaprozen, witte haagwinde en lichtroze akkerwinde, honinggeel jacobskruiskruid, gewone margrieten en paarse distel … het is een schitterend zicht. Al die kleuren en vormen in het groen, je kan het zelf zo mooi niet bedenken!
Tussen de dichte hagen glinsteren drassige weiden en waterplassen, achtergebleven na hoogtij. Hier grazen de pré salé schapen, zo genoemd naar de zoute slikken en schorren waartussen ze grazen. Verwijderd van de grote kudde staat een eenzaam klein Frans schaapje te mekkeren … bèèh roept het … antwoordt de tiener ‘baguette’ … Frans schaapje duidelijk op z’n pootjes getrapt en gaat ervandoor.
Het mooiste uitzicht
En dan is daar zomaar ineens, een uitgestrekt strandje met het mooiste uitzicht op de baai, de Mont Saint-Michel en de rots van Tombelaine. Ondanks de grijzige nevel is dit een adembenemende plek. De kustvogels, de kleuren van de lucht en de omgeving, het steeds wisselende licht, de kloosterberg aan het einde van de baai … de natuur is hier prachtig! Een oude douanierspost uit de 17e eeuw staat nog steeds op de uitkijk, al zijn de smokkelaars allang verdwenen.
Verderop de wandelweg staan velden vol knikkende paarse distel, blauw-roos slangenkruid, kustasters en rood schapengras. Snel verandert het landschap echter in modderige stroompjes en sompige stukken zwart slib. En dan gaat het al eens mis en spring je middenin de zwarte blubber! Het water komt intussen ook weer langzaam opzetten en het pad is niet meer te vinden, alleen maar meer modder en grote plassen en ook de wit-rode blokjes zijn spoorloos.
Maar ronddwalen (en niet verdwalen) op deze grote vlakte, zonder plan behalve genieten, is een fantastische manier om de dag door te brengen.
Mont Saint-Michel, veel meer dan een toeristische trekpleister op een rots
De geschiedenis van dit kleine rotsig getijdeneiland begint in 708, toen de bisschop van Avranches een bedevaartsoord liet bouwen op de Mont Tombe, nadat de aartsengel Michaël daar was verschenen. Twee eeuwen later werd de benedictijnerabdij gebouwd en kwam er een dorpje aan de voet van de rots. De Mont werd in latere eeuwen nog verder uitgebreid met een romaanse abdijkerk, de gebouwen van La Merveille met een gotisch klooster en refter en militaire verdedigingswerken. Tijdens de Franse revolutie (18e eeuw) en tot 1874 werd de abdij gebruikt als gevangenis. Nu is de Mont Saint-Michel een historisch geklasseerd monument en een bedevaartsoord, zoals het oorspronkelijk bedoeld was.
Parkeren doe je sinds 2015 op zo’n 2,5 km van het rotseiland. De oude verbinding tussen eiland en land is vervangen door een brug op palen zodat de Mont Saint-Michel terug een getijdeneiland is. Bij springtij staat de zee nu opnieuw tot aan de wallen en is de Mont niet meer bereikbaar voor voetgangers.
Aan het infocenter kan je een gratis pendelbus nemen ‘de passeur’, die de bezoekers op 400 m van de Mont afzet. Het kan ook traag met de maringote, een paardenkoets getrokken door 2 paarden. Liever helemaal traag? Ga dan wandelen over de brug of langs het voetpad naast de brug. Op die manier komt dat meesterwerk op die rots stapje per stapje dichterbij in al zijn schoonheid.
Want eerlijk, geen enkele foto, geen enkele documentaire toont de echte grootsheid en de spectaculaire ligging van dit monument, omringd door de uitgestrektheid van de immense baai, waar niets de eindeloze horizon verstoord.
De middeleeuwse omwalling, de gelaagdheid van de gebouwen uit verschillende eeuwen en in verschillende stijlen, de massieve abdijkerk met het vergulde beeld van de aartsengel Michaël op de torenspits, uitkijkend over de zee op een hoogte van 156 m … het overdondert!!
Het is bijna onbegonnen werk om alles op te noemen wat hier te zien is. Het is veel, het is een doolhof en er komt haast geen einde aan.
Dit moet je zeker gezien hebben:
* De Grande Rue met de vakwerkhuizen uit de 15e en 16e eeuw. Kijk voorbij de souvenirwinkels, café’s en restaurants, die allemaal hetzelfde verkopen en hetzelfde op de menukaart hebben staan en allemaal te duur zijn. Omhoog kijken want het zijn de mooie gevels die de moeite waard zijn.
* De kleine pelgrimskerk Saint Pierre. Zeker even binnenlopen want het beeld van de zilveren aartsengel Michaël is behoorlijk indrukwekkend. Naast het kerkje ligt trouwens de begraafplaats van het dorpje.
* Het plein voor de abdijkerk. Dit is een fotogenieke plek met een geweldige uitzicht over de baai! In de verte zie je zelfs het granietmassief Mont-Dol en het vogeleilandje Tombelaine.
* La Merveille of Het Wonder. Wat hier zo speciaal aan is? Dit is een geheel van 6 zalen, een klooster en een kerk, in de hoogte gebouwd, op 3 verdiepingen in een magnifieke gotische stijl.
* De crypte van het oude kerkje Notre-Dame-Sous-Terre waarop de abdijkerk gebouwd werd. Dit mooie, ingetogen kerkje is trouwens het oudste deel van de Mont Saint-Michel. De enorme zuilen die hier werden opgetrokken zijn een staaltje van middeleeuwse techniek!
Het blijft verbazen hoe dit ingewikkelde bouwwerk eeuwen geleden op zo’n kleine oppervlakte is kunnen ontstaan. Dit is en blijft een wonder van de geschiedenis!
Praktische info:
De Mont en het gelijknamige dorpje Le Mont-Saint-Michel (let extra streepje) zijn dag en nacht gratis toegankelijk. Voor de abdij en de musea is een reservatie verplicht (tijdslot en maximum aantal bezoekers) en moet er inkom betaald worden. Tot 25 jaar is een ticket echter gratis. Een gouden tip: koop je tickets vooraf en online, dan loop je zo meteen naar binnen. Ook in een coronazomer is het hier op de koppen lopen en staan er lange – echt lange – rijen aan de kassa’s.
De straten van de Mont zijn smal met ongelijke kasseitjes en veel steile trappen, enkel geschikt voor voetgangers met stevige schoenen aan!
Voor info en tickets:
https://www.bienvenueaumontsaintmichel.com/fr
http://www.abbaye-mont-saint-michel.fr/zin
Een magische wandeling in de baai van de Mont Saint-Michel
Of stappen in de voetsporen (als die er nog zijn ergens in het zand) van de pelgrims die al tijdens de middeleeuwen de baai van de Mont Saint-Michel overstaken, op blote voeten, als boetedoening. Die ‘boetedoening’ blijkt, honderden jaren later, uitzonderlijk plezierig, fascinerend, uitdagend maar vooral behoorlijk vermoeiend te zijn!
Net als de Mont Saint-Michel, staat ook zijn baai op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Dit gebied van 500 km² tussen Cancale en de haven van Granville, is met zijn karakteristieke getijdenverschillen uniek in Europa. Dat getijdenverschil kan oplopen tot bijna 15 meter bij springtij en de snelheid waarmee de vloed opkomt, is 1 meter per seconde! Ga dus nooit alleen op verkenning in dit weidse landschap. Het ziet er idyllisch uit, die eindeloze vlakte, waar lucht en zand en zee elkaar bijna raken, maar de natuur heeft hier een paar ongewoon gevaarlijke kantjes.
De baai oversteken doe je dan ook niet alleen maar in groep en met een erkende gids. Een heen- en terugtocht met gids en uitleg boek je vooraf o.a. bij www.cheminsdelabaie.com. Het kan ook zonder die uitleg maar dan mis je een heel stuk boeiende informatie over de omgeving waar je door en langs loopt. Doe stoer en wandel de oversteek van de baai heen en terug. Reken maar op een flinke 14 km, een deftige wandeltijd van 6 uur (met een pauze van 45 min) en een ondergrond die je af en toe (letterlijk) onderuit haalt.
Magisch, glibberig, ongewoon
De tocht start op het warme zandstrand van de Plage du Bec d’Andaine. In de verte schittert het abdij-eiland, dat erg dichtbij lijkt (maar het dus niet is). De lucht en de wolken en het licht veranderen voortdurend en even snel verandert de ondergrond. Harde zandribbels en kleine stroompjes maken duidelijk dat dit zeker geen gezellige ‘walk in the park’ is. Erger, want even later wordt het gladder dan een ijspiste maar dan eentje met zachte, zwarte, glimmende blubber.
In elke groep wandelaars is er dan ook minstens één iemand die tijdens de tocht onderuit gaat in het vieze slib. Goeie raad van de gids: probeer je niet tegen te houden, spaar je polsen en ellebogen en laat je gewoon glijden!
En ja hoor, na voorzichtige stappen (fout: gewoon keisnel doorstappen is de truk!) schuif en glij ik en ga compleet onderuit … daarmee is de voorspelling van de gids schitterend bevestigd! En met een bendeke kleinkinderen in de buurt, staat dat ‘slippertje’ direct op Instagram waar het enthousiast gedeeld wordt! Maar uiteindelijk moet er toch iemand zorgen dat de statistieken kloppen? Blij dat ik het ben!
Na de blubber komen de grote waterplassen en wordt het makkelijker stappen tot aan het kleine rotseiland Tombelaine, historisch geklasseerd en met een zo goed als onbekende geschiedenis. Nu is het een vogelreservaat met ‘verboden toegang’ tijdens het broedseizoen van zilverreigers, slechtvalken, wilde eenden en bergeenden. Intussen komt de Mont Saint-Michel blote voet na blote voet dichterbij – je blijft er naar kijken.
Rivieren en wandelend zand
Vlak bij een brede waterstroom stopt de gids voor een extra uitleg. Op dit punt is er immers een samenstroming van 4 rivieren die in de baai uitmonden: La Sée en La Sélune, La Guintre en Le Couesnon. Dat maakt dat er hier een paar kanalen zijn van bijna 100 m breed en met een heel sterke onderstroom. Een hand-in-hand ketting vormen is hier geen overbodige luxe want je blijft amper op de been. Een hele ervaring! Nog zo’n beleving zijn de plekken ‘wandelend zand’. Zo’n plek beweegt als een natte zand-jellypudding en je kan er vrolijk op springen als op een trampoline. Zolang je blijft bewegen is er niks aan de hand. Sta je stil, dan zak je echt centimeter per centimeter de bodem in. Plezierig voor nu maar de realiteit kan wel eens verkeerd uitdraaien.
Geen gewoon wandelingetje dus. Je bent je ook de hele tijd bewust van je stappen, van het veranderende landschap om je heen en van die wondere wachter in de verte, die je overal schijnt te volgen – de Mona Lisa maar dan in steen, op een rots met een overal zichtbare torenspits.
Aan de voet van de Mont Saint-Michel is er net voldoende tijd voor een picknick en een snel voetenwasje en dan gaat het terug richting de kust, langs de wandelende zandplekken, de snelstromende rivieren, de zandbanken, Tombelaine en het glibberige slik …
Het is nogal duidelijk dat dit een heerlijk avontuur en een fantastische beleving is in een onvergetelijk landschap van zand, zee, lucht en licht met de Mont als magische kers op de taart. Met andere woorden: een dikke aanrader voor iedereen die de baai nog niet op blote voeten heeft overgewandeld!
NUTTIGE WEETJES
** Zeker meenemen in je rugzak :
Een warm vestje, sweater of trui
Plastic zak voor je schoenen
Waterdicht zakje voor de gsm en camera
Voldoende water en een picknick
Een handdoek
Zonnecrème en zonnebril
** En niet onbelangrijk : doe iets aan dat nat en vies en slijkerig mag worden!
Heb jij ook zo’n plek ontdekt die tot de verbeelding spreekt en dé ontdekking van je vakantie werd? Schrijf er een gastblog over en stuur die naar Ik Wil Reizen!
Hoi lieve mensen,
Ik ben Bernadette. Fulltime met vakantie, synoniem voor “op pensioen”. Dat ben ik dus, sinds 1 augustus 2019.
Na een behoorlijk drukke familie- en werkloopbaan, is het nu tijd voor nieuwe ontdekkingen, leuke bezigheden en vooral veel reizen met als belangrijke regel: “alles mag, niets moet”. Die instelling heeft sindsdien gezorgd voor een diep gevoel van ontspannen en beleven.
Wat vorig jaar niets meer was dan een rap gezegd zinnetje tegen de (nu ex-) collega’s – ik schrijf wel een blog over mijn reizen – is sindsdien werkelijkheid geworden.
Op die manier combineer ik meteen 2 van mijn grote hobby’s: schrijven en reizen. Wat begon met boekbesprekingen en spreekbeurten voor de vriendinnetjes vroeger tot kinderverhalen voor de kleinkinderen, is nu dus aangevuld met reisverhalen van landen en steden en onbekende plekjes. Zo kan iedereen meegenieten van al wat dichtbij of veraf aan moois te zien is!